Flora en fauna op Spitsbergen
Er zijn plekken die je stil maken. Svalbard is er zo een. Een eilandengroep die zó hoog op de wereldkaart ligt dat je je afvraagt of er überhaupt iets kan groeien. En toch… Wie hier rondloopt, of het nu zomer is of winter, komt oog in oog te staan met een natuur die stil is, krachtig en verrassend levendig. Alles hier is extreem. Het weer. Het licht. De stilte. En juist daarin schuilt de magie.
Wat maakt de natuur op Svalbard zo bijzonder?
Ondanks de barre omstandigheden is de natuur op Svalbard opmerkelijk rijk en gevarieerd. Planten en dieren hebben zich hier in de loop van duizenden jaren aangepast aan de kou, de permafrost en de korte groeiseizoenen. Vooral in de zomer, wanneer de zon maandenlang niet ondergaat, barst de toendra los in een explosie van kleur en leven. Wie het ooit heeft gezien, de bloeiende planten tegen een achtergrond van ijs en steen, vergeet het nooit meer.
Zo’n 60 procent van de totale landoppervlakte van Svalbard valt onder beschermd gebied. Denk aan nationale parken, vogelreservaten en natuurreservaten. Dit zie je vooral langs de westkust, waar de warme golfstroom zorgt voor iets mildere temperaturen. In totaal groeien er ongeveer 165 vaatplanten (bloemplanten, grassen en varens), samen met mossen en korstmossen die tegen een stootje kunnen. De bomen die je ziet, zijn eerder dapper dan groot: dwergwilgen en dwergberken komen nauwelijks boven de 10 à 15 centimeter uit, maar kleuren in het najaar prachtig rood, geel en oranje.

Welke volgens kan je op Svalbard spotten?
En dan die lucht. In de zomermaanden wordt Svalbard overspoeld door vogelsoorten uit alle windstreken. Van de krijsende drieteenmeeuw en de elegante ivoormeeuw tot rotganzen, eidereenden en sneeuwhoenders die zelfs de winter trotseren. Vogelkliffen vol broedende paren, schelle kreten en spectaculaire duikvluchten boven zee. Voor vogelaars een paradijs. En voor wie gewoon houdt van levendige natuur: een feest van geluid en beweging. Lees hier meer over de vogels op Spitsbergen.
Welke Arctische dieren kom je tegen op Spitsbergen?
Naast vogels is er ook een bijzondere selectie landdieren. De rendieren, kleiner en robuuster dan hun soortgenoten op het vasteland, scharrelen rond in kleine groepen. Ze kunnen leven van ijzige korstmossen en graven in de sneeuw naar eten alsof ze er lol in hebben. De poolvos, met z’n dikke wintervacht en alerte oren, zie je soms vanuit de verte. Sluw, snel en slim.
In de zee gebeurt minstens zoveel. Rond de eilandengroep zwemmen beluga’s, bultruggen, vinvissen en af en toe een blauwe vinvis. Ook walrussen liggen in groepen op de kusten, soms letterlijk bovenop elkaar. En dan heb je nog de ringelrob, de baardrob en zeehonden die vrijwel nergens anders zó dicht onder de noordpool leven. Maar er is één dier waar alles om draait, en dat is de ijsbeer. Lees hier alles over de pooldieren op Spitsbergen.
Oog in oog met een roofdier
De ijsbeer is hét symbool van Svalbard. Niet alleen omdat hij zo imposant is, maar ook omdat hij letterlijk overal kan opduiken. Er leven naar schatting tussen de 2700 en 3000 ijsberen in en rond Svalbard, vaak trekkend over het pakijs op zoek naar eten. En ja, daar hoort ook het vasteland van Spitsbergen bij en dus ook plekken waar mensen komen. Het bijzondere en tegelijk gevaarlijke van ijsberen: ze zijn niet bang voor mensen. In tegendeel. In hun ogen zijn we niet meer dan potentiële prooi. En dat maakt een ontmoeting, hoe sprookjesachtig het ook lijkt, bijzonder gevaarlijk. Het wordt je op het hart gedrukt: verlaat nooit het dorp zonder geweer. En ga alleen op pad met iemand die weet wat hij doet.
Wat doe je als je een ijsbeer tegen komt?
IJsberen zijn snel. Tot 42 kilometer per uur. Jij niet. Zeker niet met sneeuwschoenen aan. Dus blijf kalm. Ga niet rennen en houd de beer in de gaten. Loop langzaam achteruit. En zorg dat je weet waar je naartoe kunt. Het liefst naar een gebouw, een voertuig, of een groep mensen. En zodra je in bewoond gebied bent bel je 112. In Longyearbyen is er een speciaal team van de Sysselmannen (de gouverneur van Svalbard) dat getraind is om in te grijpen. Ze gebruiken verdovingsgeweren en helikopters om de beer te verplaatsen.
Svalbard is ongetemd. En juist dat maakt het zo onvergetelijk. Het is een plek waar de natuur nog écht de baas is. Waar bloemetjes vechten voor een zomer van zes weken. Waar ijsberen rondtrekken alsof ze alleen op de wereld zijn. Waar de lucht vol is van vogels, wind en stilte. En waar jij, als je goed oplet, heel even mag meekijken in een wereld die nog ongekend puur is.

